10Shares

Lees hieronder de Marmotte ervaring van Ayhan Yavuz. Op de vraag of renners die de Marmotte eerder hebben gereden hun verhaal wilde delen zond hij spontaan onderstaande stuk in. Indrukwekkend verhaal van een renner met boven-gemiddeld talent….
Heb jij de Marmotte Granfondo, de halve Marmotte of de Marmotte in twee dagen gereden mail me dan

“Beste Robert,

Onderstaande ervaring wil ik graag met jou en andere lezers van je website delen. Kort het gerust in want het is een heel epistel dat ik vorig jaar al eens op papier heb gezet om mijn ervaringen met een aantal collega’s te delen. Ik ben gegrepen door het virus dus ben ook voor komende editie aan het trainen.

Vriendelijke groeten,
Ayhan”

In 2004 kondigde een vriend van mij aan dat hij de Marmotte ging rijden: Een koers over ongeveer 175 kilometers met beklimmingen over de Croix de Fer, Telegraph, Galibier en Alpe d’Huez. Ik fietste in die tijd af en toe wat en had het jaar daarvoor op vakantie in de Alpen diverse cols beklommen toen ik daar op vakantie was. Omdat ik daarbij af en toe – ongetraind als ik was – behoorlijk had afgezien verklaarde ik hem voor gek. Op vakantie af en toe eens een berg beklimmen was leuk, maar vier cols achter elkaar….. Maar na zijn enorm enthousiaste verhalen na afloop aangehoord te hebben begon het bij mij wel een beetje te kriebelen. Zou ik ook niet eens een poging wagen? Jaar na jaar ging echter voorbij zonder dat het ervan kwam. Omdat ik het te druk had op het werk en met het gezin maar vooral omdat mijn conditie en gewicht zover verwijderd waren van de gewenste toestand dat de moed me in de schoenen zonk bij de gedachte hoeveel ik ervoor zou moeten doen en laten om de tocht goed te voltooien. 

Eind 2011 ging het roer om. Mijn moeder overleed aan de gevolgen van slokdarmkanker op veel te jonge leeftijd. Na maanden van onzekerheid en verdriet had ik behoefte aan een doel. Ik schreef me in en startte de voorbereiding in januari.

Mijn uitgangspositie was niet ideaal. Met mijn 1.81m woog ik 94kg. Dat gewicht moest terug naar ongeveer 81kg. Op zolder had ik een hometrainer staan die in de koude en donkere maanden goed dienst kon doen om enige basis op te bouwen. Ik begon met 3 sessies van elk een uur en bouwde dat uit naar 1 training van een uur gedurende de week en drie sessies van tussen de 1-2 uur in het weekend. In maart ging ik naar buiten en begon aan toertochten mee te doen. De Joop Zoetemelk Classic, Veenendaal-Veenendaal, Amstel Gold Race en  de 8 van Zelem (tocht in Belgische Ardennen). De conditie nam toe en het gewicht nam gestaag af.  De eerste echte test was de Trois Ballons, een mooie cyclo in de Vogezen. Ik merkte dat ik goed met de iets betere renners mee kon komen dus dat gaf hoop op goud in de Marmotte. Wel merkte ik dat het rijden van dergelijke tochten niet alleen een grondige voorbereiding vergde qua training maar dat je ook de tocht zelf goed moest plannen voor wat betreft voeding en drank. Op de voorlaatste klim – de Ballon d’Alsace vloeide alle macht uit mijn benen door de combinatie van een te snel eerste deel van de tocht met te weinig eten en drinken. Onthutsend om te zien door hoeveel mensen je dan voorbijgereden wordt. Mensen die je een uur terug nog soepeltjes passeerde rijden dan van je weg. Jammer genoeg ben ik hardleers en zou dit niet de laatste keer worden dat me dit overkwam……

De Marmmotteweek startte voor mij op de zondag voor de Marmotte: Ik reed de Vaujany onder lastige omstandigheden. Bovenop de Alpe du Grand Serre zag ik door de mist heel weinig en dit joeg me angst aan voor de afdaling. Dat angst een slechte raadgever is bleek al snel: Even te hard remmen (met de achterrem) in een bocht zorgde ervoor dat ik onderuit ging in de afdaling. Na een korte inspectie van de fiets (kleine beschadigingen) en het lijf (wat schaafplekken) kon ik gelukkig de tocht vervolgen. Het groepje waarin ik zat was echter vertrokken en ik kon dus alleen verder. Naar het einde van de tocht toe werd het steeds donkerder en begon het steeds harder te regenen. De voorlaatste klim was vreselijk: De Col de Sarenne begint als klim op Alpe d’Huez met mooi wegdek maar gaat daarna over op een weg die eigenlijk niet geschikt is voor de racefiets. Gaten, scheuren, hobbels. Menigeen reed daar lek Gelukkig bleef verder ongemak me bespaard en na een hele voorzichtige afdaling begon de vlakke aanloop naar de slotklim naar Vaujany. Die reed ik in een groepje. Alleenfietser dat ik normaal gesproken ben vond ik het een bijzondere ervaring het warme opspattende water van mijn voorganger vol in mijn gezicht te krijgen. Maar omdat ik me niet erg sterk meer voelde na 165 kilometers had ik dat er wel voor over om uit de wind te kunnen zitten. Na een lastige slotklim kwam ik uiteindelijk in minder dan 7 uur binnen: Goud voor de Vaujany. Zou het dan ook gaan lukken bij de Marmotte?

Ik begon de Marmotte op 7 juli 2012 met als doelstelling: goud halen in de snelste categorie (mannen van 18-29). De tijd die ik daarvoor moest rijden was 7.53. Dit zou tot de mogelijkheden moeten horen gezien mijn tijd op de Vaujany. Die ochtend stond ik met nog zo’n 7000 mensen al vroeg aan de start (6.30 uur). De eerste groepen mochten starten Ik moest wachten omdat ik in de laatste groep was ingedeeld. Vanaf het startschot werd er echter ook in onze groep ongenadig hard doorgereden. Snelheden van boven de 45 km/u waren geen uitzondering. Zodra de weg begon te stijgen bij het stuwmeer werd het kaf echter van het koren gescheiden. Ik kon even mee met de eersten maar bleek al snel ook kaf te zijn. Een jongen die op de vlakke aanloop al eens ongeduldig om had gekeken toen niemand van hem over wilde nemen bij een snelheid die mij al in het rood deed belanden besloot dat het genoeg was: Hij reed hard bij de groep weg en verdween bijzonder snel uit zicht. Ook andere plukjes renners reden gewoonweg te hard. De rest van de beklimming heb ik min of meer eigen tempo gereden dacht ik. Dat bleek later toch niet helemaal waar te zijn geweest. Bovenop de Glandon bleek ik maar liefst 12 minuten harder gereden te hebben dan in een verkenningsrit die dinsdag voor de Marmotte. Dat zou ik helaas later moeten terugbetalen.

Na bovenop de Glandon wat te hebben gegeten en gedronken ging ik weer verder. De afdaling van de Glandon is gevaarlijk. De wedstrijdleiding zet dus ook de tijd bovenaan stil en begint onderaan weer opnieuw te meten. Een renner voor me kreeg na een paar kilometer een klapband: alsof er een pistool wordt afgeschoten. Gelukkig kon hij de fiets onder controle houden. Onderaan de afdaling vormden zich groepjes die gezamenlijk op weg gingen naar de Telegraphe. Ik vond eigenlijk geen enkel groepje waar ik aansloot snel genoeg rijden dus ik reed van groep naar groep. Gelukkig vond ik een partner in crime die steeds meesprong en meewerkte aan het naar de volgende groep toerijden.

Na ongeveer 80 km duikt de Telegraphe op, een klim van 12 km. Mijn partner bleek veel beter te kunnen klimmen en reed ook hard bij me weg. De Telegraph liep heerlijk en ik kon eigenlijk de hele tijd een grote versnelling draaien. De Telegraphe gaat daarna – na een afdaling van ca 5km over in de Galibier. Vooral het feit dat de klim naar het einde toe steeds zwaarder wordt door de steilheid en de harde wind zorgt ervoor dat veel mensen daar breken. Zelf kon ik de laatste 6km van die klim ook wel voelen dat het beste eraf was. Tot dat moment werd ik eigenlijk maar heel sporadisch ingehaald, daarna gebeurde dat steeds vaker. Na 114km kwam aan het lijden gelukkig een einde. Wat volgde was een lange afdaling van 45 km naar de voet van Alpe d’Huez. Ik kwam daar aan in een eigenlijk veel te snelle tijd van iets meer dan zes uur (met de afdaling van de Glandon meegerekend). En dat heb ik geweten. Op de Alpe ben ik volledig stuk gegaan. Nog niet de eerste 5km -die gek genoeg wel het lastigst zijn- maar wel daarna. Gek is dat: Ik kan pijn normaal gesproken goed verdragen en sta in mijn omgeving bekend om mijn fanatisme en karakter. Maar als het op zo’n klim echt op is dan kun je gewoon niet meer mee. Uiteindelijk ben ik objectief gezien in een hele goede tijd van 6.53 uur aangekomen (excl de afdaling van de Glandon). Goed voor goud, waar ik erg blij mee ben. Toch wel een beetje jammer: als ik beter had gedoseerd had een tijd van rond de 6.30 uur er wel ingezeten. Misschien een mooi doel voor 2013???

10Shares