86Shares

Op de fiets is het altijd goed

Het idee speelde al een tijdje door mijn hoofd. Iets schrijven over de deelname van mijn broer Jan en ik  aan La Marmotte 1985. Ergens in 1984 kregen wij een foldertje te pakken waarin een fietstocht beschreven werd over de grootste Tour de France cols. 5.000 meter hoogteverschil en 173km op 1 dag met als toetje Alpe d’Huez.
In die periode hadden het succes van Joop Zoetemelk 1980 nog vers in het geheugen. En dan Peter Winnen, Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse, klimmers! En niet te vergeten Gerrie Knetemann !!

Marmotte 1985Mijn broer en ik reden aardig bergop op de 42×24. Onze Pa reed ook nog mee; die mocht een paar tandjes extra steken 42×26 of 28 en kwam altijd boven. Onze fietsen waren een witte en een rode Koga Miyata Roadwinner. Dunne draadbandjes en toeclips met leren riempjes. Pa reed op een goudkleurige Koga Miyata Roadspeed geloof ik. Deze trouwe fietsen zijn nog altijd in familiebezit en worden gekoesterd ergens in een schuur in Drenthe. Wij besloten ons in te schrijven.

Inschrijven anno 1985

Het inschrijven ging toen als volgt: je vulde met pen de achterzijde van het simpele foldertje in. Alles in het Frans natuurlijk. Toen we het een beetje vertaald hadden, bleek dat we nog wel een doktersverklaring mee moesten sturen. Geen probleem; onze huisarts keek een beetje vreemd op maar zette snel zijn handtekening. Voor de zekerheid maakte je een kopie in de bibliotheek en deed de inschrijving op de post naar Frankrijk. Fingers crossed. Na een lange tijd wachten kregen we post terug; inschrijving gelukt! Geen internet, geen e-mail, geen mobieltjes.

Een voorbeeld van zo’n “inschrijfformulier” uit 1987

Een voorbeeld van zo’n “inschrijfformulier” uit 1987

 

 

 

 

 

 

 

 

Er moest natuurlijk wel getraind worden. Maar hoe doe je dat? We konden allebei best goed klimmen dus daar waren we niet zo bang voor. Op eerdere vakanties rondom het meer van Annecy hadden we vanaf de camping al van alles gereden. Col de la Forclaz; een 13km klim maar wel een hele steile. Later zelfs in de Tour opgenomen. Bij sommige haarspelden kwam je voorwiel gewoon los. Ook de Cret de Chatillon, Col de la Colombière en de Aravis waren daar goed te doen.

“La Marmotte in 1985 zal ik nooit vergeten. Vooral ook omdat het achteraf onze laatste vakantie als gezin zou blijken te zijn.”

La Marmotte was toch wel even iets anders…. Wij woonden in de Haarlemmermeer en trainden in 1985 dat het een lieve lust was; vooral het 60km rondje over de Ringdijk van de Haarlemmermeer polder was een prima oefening. Altijd wind tegen. Pa reed ook nog vaak mee al bemoeide hij zich niet meer met de “onverwachte” eindsprint. In het Paasweekeinde reden we bij Tourclub de Bataaf dit traditionele rondje 2x. Maar behalve het Kopje van Bloemendaal viel er voor ons weinig bergop te oefenen. Dus eerlijk gezegd reden wij veel te weinig kilometers. Onze professionele voeding bestond uit water, dextro snoepjes, een banaan en soms een krentenbol.

La Marmotte in 1985 zal ik nooit vergeten. Vooral ook omdat het achteraf onze laatste vakantie als gezin zou blijken te zijn. In het najaar overleed mijn moeder op 43 jarige leeftijd na een dappere maar ongelijke strijd tegen de gevreesde ziekte. Mijn broer en ik waren denk ik onbewust extra gemotiveerd om dit ook voor onze ouders te doen. We reden in die dagen echt als een dolle tegen die bergen op. De eerste dagen op de Camping La  Cascade was het even wennen. Dus kozen wij Col d’Ornon en dat bleek een prima voorafje. We namen echter een verkeerde afslag en daardoor raakten we (broer, Pa, ik) elkaar even kwijt. Het werd intussen sneller donker dan verwacht. Wij troffen elkaar weer bij een splitsing. Uiteindelijk kwamen wij praktisch in het donker op de camping aan. Lekker getraind haha.

Zaterdag 6 juli 1985 –  La Marmotte !

Het weer was prachtig, ’s ochtends om 6 uur zaten we al in het donker spaghetti of macaroni te eten net als de avond ervoor. Broer Jan en ik hadden allebei een soort mini rugzak. Wat erin zat weet ik niet meer maar wel dat we geen ISOSTAR Citroen meer konden zien na afloop. En oh oh wat een volle maag. Pffff. De start was zeer chaotisch op het grote parkeerterrein bij de supermarkt en wat waren we nerveus. De dag ervoor hadden we een soort kartonnen kaartje opgehaald met een of ander plastic clipje dat je aan je kader moest hangen. Op deze kartonnen kaart zat je startnummer en een barcode ( jaja!!) voor de tijdwaarneming aan de finish… Het was eigenlijk een elektronische stempelkaart.

Kartonnen startnummer tevens tijdwaarneming

Kartonnen startnummer tevens tijdwaarneming

Col de la Croix de Fer

Tsja en dan onderweg richting Col de la Croix de Fer via de col du Glandon. Iedereen ontketend en het ging natuurlijk gelijk veel te hard. La Marmotte volgt nu nog steeds vrijwel dezelfde 173km als toen. Ik verloor nog mijn deelnemerskaart in de beklimming van de Glandon en kon die nog net oprapen. De Col du Glandon ging super. Mijn broer en ik reden samen op en haalden vrij gemakkelijk heel veel renners in. Ik denk achteraf dat we daar veel te hard reden. Maar bijna 18 en 20 wat wil je. We reden nog de oude route! Vlak na het dorpje Le Rivier Allemond was er een paar jaar later in 1990 een aardverschuiving. De weg is nu omgelegd naar de andere kant van het dal, maar je kunt de oude weg nog zien voordat je rechts een beetje naar beneden draait. Daarom zit er nu ook zo’n raar steil stuk in direct daarna. De Croix de Fer kreeg je er bijna gratis bij; de afdaling was lastiger maar geen probleem. Rustig aan.Wel even de pet met klep achterstevoren anders waait ie af ;-) Dan een stukje over de vlakke weg waar ik mij niet zoveel van kan herinneren. Vervolgens rechtsaf de Col du Télégraphe op. Was dat wel een berg? Ons moraal was blijkbaar goed. Dan weer dalen op weg naar Valloire ! Daar konden we nog een beetje eten (dadels) en drinken (Isostar Citroen). En dan klimmen richting Galibier. Eerst dat hele lange stuk langs de rivier met een aangenaam stijgingspercentage. Goh, dachten wij, “als dit nou die beruchte Galibier is, komt het wel goed”

Goh, dachten wij, “als dit nou die beruchte Galibier is, komt het wel goed”

Col du Galibier

Die gedachte bleef hangen tot aan de haarspeld bij Plan Lachat waar je rechtsaf het beekje over gaat. En dan….BOEM. Klimmen. De luchtbel spatte uit elkaar of waren het de kuiten? Ineens werd het lastig, zwaarder en zwaarder. De vermoeidheid sloeg toe en we reden allebei ons eigen tempo. Wat een loeder!  We kwamen hoger en hoger; er kwam echt geen eind aan. Gelukkig merkten wij om ons heen dat we niet de enige “lijders” waren. Vlakbij de top reden wij langs witte sneeuwmuren en daar was het best fris. Daar zijn de foto’s ook genomen. Het tunneltje staat er ook op maar was toen nog afgesloten en vervallen. Bovenop maar heel even stilgestaan want het waaide er keihard en het was er koud. Bibberend omlaag naar de Lautaret. Heerlijk simpele afdaling.

Het werd al snel flink warmer. En bij zo’n hele lange afdaling wordt er veel geremd. Wij daalden nog prima maar zagen wel steeds meer collega fietsers langs de weg staan met lekke banden of zo. Uiteindelijk bleek dat er bij velen de lijmlaag van de populaire tubes losliet door de soms gloeiend hete velgen. Hard en kort remmen helpt maar je moet vooral ook proberen in je eigen daaltempo en cadans te rijden. Soepel. Toch ook maar even gestopt om preventief de boel af te laten koelen.

Op naar Bourg d’Oisans

Daarna een lange rit naar Bourg d Oisans met wind tegen. We reden inmiddels samen want zo druk was het nog niet in die tijd. Met Bourg in zicht waren we eigenlijk al compleet afgedraaid. Ruim 8 uur onderweg. Zeg Jan, lust jij nog een slokje Isostar Citroen?  Ik had nog wat over maar Jan was blij dat het op was… Of een lekkere muesli reep? mmmmmm

Alpe d’Huez

En ja hoor bij de voet van de Alpe bij onze camping La Cascade zagen we onze ouders en ons zusje Yvonne weer. Er waren nog geen mobieltjes dus onderweg even een update geven was er niet bij. Voor hun was het in spanning wachten wachten en nog eens wachten. Volgens mijn pa waren we totaal op; holle oogjes, bleke koppies en een angstige blik naar die eerste bocht. Brrrrrrrrrrrrr
Even wat eten. Ik weet niet meer wat maar het hielp. Het was wel even zoeken naar de moraal. Natuurlijk gingen we ervoor! De klim was heet en zwaar, af en toe zagen we onze ouders, die reden met de auto stukjes mee omhoog. Of dat nu nog mag weet ik niet. Mijn broer en ik reden eigen “tempo” en worstelden naar boven. De aanmoedigingen voorkwamen dat wij afstapten maar ons eergevoel natuurlijk ook. Uiteindelijk ging het beter en kwamen we kort na elkaar boven. Ik heb geen idee meer hoe de tijd gescand werd maar we hadden het gehaald! Geen idee van tijd verder. Geen Polar , geen hartslagmeter, geen horloge, niks. Nog wel wat Isostar Citroen over… Oh ja, de organisatie gebruikte de bidons van het jaar daarvoor, dus als souvenir staat er Marmotte ’84 op Patronnée par Mavic. Gelukkig konden wij de fietsen bij ons pa op de Volvo zetten en daalden wij in onmetelijke luxe af naar camping La Cascade. Daar dronken wij bier; rookten een sigaar en werden wij als helden onthaald.

Dit was dus in de beginjaren van La Marmotte, de Moeder van alle Cyclo’s.

De volgende dag weer omhoog om bij een of ander stoffig gebouw te kijken of we ook nog een medaille of zo zouden krijgen. Wat bleek. Wij hadden allebei La Marmotte d’Argent gehaald.

La Marmotte d’Argent

La Marmotte d’Argent

ZILVER!! Wow en nog een leuk certificaat erbij met de tijden erop; we waren dus allebei onder de 10 uur gebleven. Als apen zo trots verlieten wij het bergdorp.

 

 

 

86Shares