12Shares

Onderstaande verhaal ontving ik van Ingo de Schrijver. Mooi verhaal over de Marmotte 2013, beleefd door een enthousiaste fietser.

“Vorig jaar heb ik de fietsmicrobe te pakken gekregen.  In 2011 ben ik er langzaam mee begonnen als voorbereiding van een nieuw voetbalseizoen. In 2012 wou ik me een doelstelling zetten om getraind en vooral gefocused het fietsen op te bouwen. Deze doelstelling werd Marmotte. Ik heb de info op je website enorm gewaardeerd,  het e-book, alles heel goede en waardevolle achtergrond info. Onderaan vind je mijn verhaal, alsook dat van een kameraad die reeds meer dan 10 jaar fietst (aan MTB doet, TransAlp etc). Het werd een unieke ervaring: van zero to hero ;-).
Anyhow, hierop wens ik verder te bouwen. Sinds september 2012 toch 8.500 tot 9.000km gebold, Ronde van Vlaanderen, Ardennenklassiekers etc gefietst, 5kg kwijt gespeeld, het was het meer dan waard!  Het moeten niet steeds de topverhalen zijn: uiteindelijk geen goud (wat nooit de bedoeling was), uiteindelijk geen Belg die voor de top 5 ging ;-). Vooral een kerel die genoten heeft van ergens naartoe te kunnen trainen, en die zijn doelstelling heeft gehaald… Volgend jaar, Maratona del Domomites, andere cols, de Ventoux, we zien wel….

Veel leesplezier,
INGO DE SCHRIJVER

Mijn kant van het verhaal:

Hoe begin je aan een verslag van de Marmotte versie 2013? Hoe begin je aan iets waarvoor je sinds september hebt getraind, in weer en wind, in koude en warmte, in in in…

Inderdaad, je doet het stap voor stap.

Int kort: 174km en 5.000 hoogtemeters verdeeld over 4 cols: Col du Glandon, Col du Télégraphe, Col du Calibier en natuurlijk de Alpe d’Huez.

Int lang: Donderdag 4 juli rustig opgereden. Voor mij was dit geen tussendoortje. Voor mij was dit de cyclo waardoor alles begonnen is, voor mij een stevige inspanning met de nodige comfort. Hotel Le Sherpa is een typisch ski-hotel in een typisch ski-resort (Deux Alpes): teveel buitenlanders om het gevoel van Frankrijk te voelen, alternatief staat voor cool, leve down-hill biking, leve die extra tattoo. Extra vroeg in bed, we hebben rust nodig.

Peter komt we vrijdag vroeg vervoegen, ben blij hem te zien. Zo alleen je voor zo’n wedstrijd voorbereiden, is maar alleen, het zou er nog zenuwachtiger aan toe gegaan zijn. Het krioelt van de wielertoeristen. Rond Bourg d’Oisans wordt er al/nog lustig gereden, op Alpe d’Huez moeten we verzamelen voor de startnummers. Een lange rij. Het eerste analyseren begint. De koffie smaakt. Peter laat me van zijn fietswijsheden genieten (zijn andere wijsheden trek ik wel in twijfel ;-).

’s Avonds krijgen we een lekkere pasta bij la familia De Gucht aangeboden, ook daar de nodige fietspraat. Iedereen is er duidelijk klaar voor. Iedereen heeft er duidelijk zin in.

D-Day

We staan vroeg op (5u). Peter heeft er van genoten om met me op de kamer te kunnen slapen. Gelukkig waren er afspraken gemaakt. Het ontbijt smaakt, geen grof brood maar wit brood aub, die kleine wijsheden, we blijven ze toepassen. Om 7u30 worden we aan de start verwacht. Geen probleem, we zijn goed op tijd. We parkeren ons langs de kant van de weg, nog een laatste check, zit alles goed. Prima.

Een massa volk, er zouden 9.900 wielertoeristen hebben ingeschreven. We worden netjes naar de juiste ‘box’ geleid. Tot nu toe geen klagen van de organisatie. We mogen doorsluizen. De startboog lacht ons toe en AC-DC doet de rest…we zijn er mee weg.

2 of 3 km hang ik nog achter Peter. Ik voel dat hij vooruit wil. Ik voel dat hij toch voor goud wil gaan. En gelijk heeft hij, met zijn kunnen, maar zo zonder specifieke voorbereiding, zo als tussendoortje, zo tussen soep en patatten oprijden, we zien wel. Ik ga mijn eigen wedstrijd rijden, niet denken aan Peter, niet denken aan An. Ik, ik, ik.

Man, er wordt al stevig gevlamd. Laat ze maar gaan, het eigen tempo zoeken, het is nog een lange weg.

Na de start in Bourg d’Oisans is na ongeveer 10 km in het dorpje Allemont, de Glandon dus de eerste hindernis. De voet ervan ligt aan een stuwmeer “Barrage du Verney”. De Glandon is ruim 24 km lang met 1.150 hms. Het is een onregelmatige klim. Na een pittig begin met daarin een paar km tegen een stijgingspercentage van 10% krijg je een herstelmoment in de vorm van een korte, vrij steile afdaling. Direct daarna volgt het steilste stuk met ruim 11%. Het vervolg is niet zozeer steil, maar vooral lang. Ik hou mijn hartslag onder controle, tussen de 150 en 160. Hij gaat gemakkelijker naar de 160 dan naar de 150. Alles loopt zoals gepland, de cadans zit goed, ik durf al te denken: dit wordt doenbaar, ja, ja, ik ga dit halen (wat ga ik me dit nog betreuren).

Een km of 7 à 8 voor top Glandon is er nogmaals een prachtig stuwmeer. De laatste paar km zijn nog vrij pittig. Als eenmaal het restaurant op de top in het vizier is het eind nabij. Ik hoor en zie zelfs de befaamde Marmotten, prachtig. Dit is echt genieten. Boven is er bevoorrading. Zoals verwacht, is het daar chaos (remember Trois Ballons)…..en daar maak ik een grote blunder. Ik voel me goed, ik voel me top. Ik ga mijn bidons vullen maar aanschuiven om te eten, vergeet het. Ik heb 7 energierepen mee en 4 gels, die repen zullen wel voldoen tot Valloire (na de Col du Télégraphe). Dom…dom….dom.

De afdaling van de Glandon is sinds enkele jaren door de organisatie geneutraliseerd, de tijd die deze afdaling in beslag neemt telt niet mee in je eindtijd. Ik kan het begrijpen. Een nauwe baan gaat soms steil naar beneden. En er wordt gevlogen. Crazy. Hier en daar wordt op de rem gegaan. Zelf begin ik afdalen te waarderen, het gaat beduidend sneller dan de gemiddelde wielertoerist, toch attent blijven, je zoeft uiteindelijk wel aan 60 km/u of meer naar beneden. Voor de tijdsregistratie-mat nog een energiereep en voila, we kunnen verder.

Er volgt nu een dal met een lang stuk vals plat. Er wordt weer stevig gefietst. Ik sluit aan bij verschillende treintjes. Sommigen gaan er stevig vandoor. Ik klamp aan, heb geen zin om hier alleen tegen de wind te vechten. Het gaat bij momenten misschien wat te snel, maar again, we klampen aan. Ik wil snel aan de Col du Télégraph beginnen. Deze start in Saint-Michel de Maurienne. Met 11,8 km en 856 hms is dit een gelijkmatige klim met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,3%. Het is niet de lastigste col in de Marmotte, maar hij valt toch ook niet te onderschatten. De zon begint ondertussen stevig te schijnen, gelukkig had ik me wel ’s morgens stevig ingewreven, in Valloire herhaal ik dit zelfs nog eens. De beklimming loopt maar ik begin me toch minder in m’n sas te voelen. Het is warm. De cadans wil niet altijd, de hartslag zit ok…mmm, toch niet zo fijn. De Télégraph rijden we op, maar nogmaals, toch tijd om iets degelijks te eten, toch tijd om iets degelijks te drinken. Hoe lang nog voor die volgende bevoorrading in Valloire, het puffen begint, de gedachten vormen zich: waar zijn we eigenlijk weer mee bezig (?!).

In Valloire start de gevreesde Col du Galibier. In praktijk betekent dit 18,1 km afzien met 1.245 hms en een gemiddeld stijgingspercentage van 6,9%. De eerste kms zijn al behoorlijk pittig. Na een tijdje vlakt de klim af (105,5km). Het zwaartepunt ligt op de laatste 8 km. Ik prop me in Valloire vol, maar met wat. Er is niets stevig. Geen zin in Frans brood met Brie. Geen zin in Frans brood met zweetvlees. Dan maar snoep, dan maar 2 sinaasappelen. Mijn energierepen smaken niet, die ene of twee die ik opeet, gesmolten warme repen…jek. Die Isostar drank begint me de keel uit te hangen,die zoete boel…jek. Komaan, fietsen.  Wat een kader, wat een omgeving, het doet nu toch al zeer, het is nu verdorie heel warm, bloedheet. En die berg laat me constant aanschouwen wat er komt, verschillende klims in’t vooruitzicht, fietsers ver voor je, fietsers ver achter je, pffff. Zwaar.

Dan, nog 8km voor de top van de Galibier. Wat is dat? Haarspeldbochten die naar de sneeuw leiden, het lijkt wel een muur die oprijst. Die moet ik op…en nog 8km te gaan. Amai.

Bueno, we gaan dit stap voor stap doen. We gaan onze voet niet aan de grond zetten. Dat doen echte coureurs ook niet. Je rijdt door. Je stopt niet…JE STOPT NIET. En dan begint de lijdensweg…

Is het een hongerklop, is het de zon, is het toch niet genoeg kracht in de benen, is het de vermoeidheid, is het de ijle lucht…IK ZIE AF. De Galibier wordt met de top op 2.642 meter ook wel “het dak van de Marmotte” genoemd. Ik heb het gevoeld.

Meer en meer beginnen de slachtoffers te vallen. Men stopt, men puft, men zucht, men wil enkel nog stoppen, kotsen, de verdomde top bereiken. En ik, IK STOP NIET. 7, 8 à 9 km/u die berg op, traag en toch gestaag. Nee, niet stoppen hier om te verkoelen aan dat watervalletje, niet stoppen hier voor op adem te komen, niet stoppen hier aan dat terras VOL met colablikjes, niet stoppen, niet stoppen, niet stoppen. Ik ga NOOIT meer Marmotte rijden, ik wil dit niet meer. Ik moet hem uitrijden om dit af te sluiten. Het moet.

En zo geraak ik boven. Een beetje voor de top zie ik door een sluier van delirium Peter. “Hey Peter” kan ik nog zeggen, niets meer. Eerst die top op, dit afmaken. Ik voel, ik weet dat hij me gaat volgen. Het einde is nabij en inderdaad, plots rijdt hij naast me. Nee, deze is voor mij. Die top bereik ik als eerste. Ik zet nog een sprintje in en bereik de ronding. Dat sprintje doet me volledig knallen. Wat doet Peter hier eigenlijk? Die moest al lang weg zijn. Ik begrijp het niet. Boven zet ik fiets tegen de bergwand en ga ik op zoek: cola, cola moet ik hebben. Suiker…aub. Niet water, niet die rommel van de organisatie, geen siroop. Ik spreek een sub-organisatie aan. Aub, cola, ik betaal het. De eigenaar grijpt in de koelbox, bekijkt me en geeft me een blikje ijskoude cola (het ijs plakt er zelfs nog aan): for free my friend. Danku, dankuwel. Die kerel heeft me misschien wel Marmotte gered.  Ik zit neer. Peter raadt me aan echt iets te eten. Eerst bekomen van die klim of ik zou zot gaan/doen bij de afdaling. Hij heeft natuurlijk gelijk. Ik moet bekomen. Dit  was hevig. Peter vertrekt en ik blijf nog een kwartier bekomen. Even rondkijken, prachtig uitzicht, prachtige bergen, prachtig. Oef, de cola werkt. Ik kom erdoor. Ik knabbel stukje voor stukje toch nog een energiereep naar binnen. Het gaat beter. Tijdens de beklimming dacht ik al aan Alpe d’Huez, ik had al met het Rode Kruis rekening gehouden, aankomen en dan onmiddellijk daar naartoe voor opname. Ok, zo doen we het. Maar nu, het gaat, die Alp wordt pijnlijk, maar ok, het gaat.

Vanaf de top van de Galibier is het via Col du Lautaret een dikke 40 km afdalen (met spijtig genoeg wel enkele korte klimmetjes – en die doen ook zeer). Er volgen enkele zeer slecht verlichte tunnels. Met die zonnebril zie ik echt bijna geen steek. Nee, te moe om die af te doen, sneller doorrijden. Dorie, afdalen wordt precies echt wel mijn ding. We zoeven anderen voorbij, het voelt als berekend risico. Groot verzet, bijtrappen, gaan met die (berg)geit, stevige tegenwind, maar toch. De temperaturen, wat valt daar over te zeggen, waanzin, warm…heet. Hitte van boven, hitte van onder, ik moet me te pletter zweten, gelukkig drink ik nu wel vlot. Echt doorweekt ben ik niet. Daarvoor verdampt alle vocht onmiddellijk.

Op vrijdag nog stuk tussen Freney en Bourg d’Oisans gereden. Het voelt vertrouwd aan. We kunnen een beetje recupereren. We weten wat er gaat komen. Niet te veel nadenken, enkel nog doen. Waar zou An zitten, haar vader, Peter, wat zit er nog in qua tijd? Vergeet die tijden. Dat wordt niets. Ik mag al blij zijn als ik hem uitrij. DAAR draait het om: uitrijden. Qua aankomsttijd voor Alpe d’Huez zitten we echt goed: rond 16u beginnen we eraan.

Alpe d’Huez, volgens sommigen de Nederlands berg (slik), voor anderen simpelweg de Alp. Al 27 keer finishplaats in de Tour de France. Dit jaar tijdens de 100ste editie ervan, worden de renners er zelfs tweemaal opgejaagd. Die eerste helling. Tja.

De benen blokkeren (bijna), hoofd ontploft, mentaal een luide knal. Go, bocht, voor bocht….niet stoppen, daar gaan we weer, niet stoppen. Weer vermindert de snelheid tot 6 à 7 km/u. Er staan mensen langs de kant, veel mensen. Fantastisch, die aanmoedigingen, dat applaudisseren. Dit is echt tof. Komaan, bocht voor bocht, 21 bochten in’t totaal (elke bocht genoemd naar etappewinner in Ronde van Frankrijk), die eerste, alé, 1.100 hoogtemeters te gaan. Even uitrijden op dat kort vlak, kijken wat komt, en komaan, op naar de volgende.

Wat nu volgt, is een trance. Klimmen zou voor een gedeelte genetisch bepaald zijn. Daarnaast spelen factoren als mate van getraindheid, gewicht en mentale hardheid een rol. Het vermogen tot afzien wordt nu cruciaal.  Doorzettingsvermogen heeft (bijna) iedereen nodig tijdens een Gran Fondo zoals La Marmotte: het is collectief “lijden” naar de top, (bijna) iedereen ziet af, en zeker in deze colonne op weg naar de top van de Alp.

Schaduw, water, afkoeling, verkoeling, rusten, dat is wat velen zoeken. Zelf moet ik doorgaan. Jawel, m’n slogan staat: traag maar gestaag. Bocht, 18…17…14 etc. Man, het blijft steil. Man, het wordt echt niet makkelijker. Niet naar boven kijken. Wat een uitzicht. Schakelen, euh…nee, zit reeds lang op mijn kleinste verzet (dank u triple). Hartslag is gelukkig wel ok, nauwelijks boven 160, nauwelijks boven 150. Op een bepaald moment schiet hij over 200 (ben ik aan het sterven, een laatste stuiptrekking???). Gelukkig niet, technologie maakt soms van die jumps (en ik kan het weten).

De eerste 5 bochten tot La Garde waren pittig. Helaas blijft de berg constant steil (tussen 8 en 10%) en zijn er bijna geen herstelpunten. De zon schijnt niet meer, maar geselt. Gelukkig zijn er supporters, gelukkig zijn er de aanmoedigingen. Tot 5 keer heb ik OK gegeven tot afkoeling, hup, bergwater over het koppetje, een beetje afkoeling aub (toch voor 10 meter). Zonde dat ik mijn bril moet afzetten, die druppels vertroebelen het zicht. En maar duwen, en maar peddelen…

De strategie blijft hetzelfde, niet stoppen. Eén keer moet ik wel. Ik heb geen water meer en niet drinken zou het einde betekenen. De meters vorderen. Plots een stem. Peter zit in bocht weet ik veel te puffen in de schaduw. Naast hem verschillende andere puffers. Zit hij daar nu een cocktail te drinken met bamboe-meisjes die hem toewaaien?? Een fata morgana, dat moet wel. Verrast hem daar te zien. Het is duidelijk dat de warmte en de inspanning zijn tol ge-eist hebben. Deze keer zie ik hem niet op de fiets springen. Deze keer laat hij me gaan. Tsjaka.

Bon, hoef ik dit nog verder te beschrijven, de boodschap is duidelijk. Spijtig genoeg blijven we zien dat de weg zich omhoog kronkelt. Maar aan alles komt een eind.

Nog meer supporters, kilometer 3 – 2 – 1. Boven is het feest, een genietende meute. Daar is de eindstreep, daar is Palais des Sports waar gisteren nog de nummers werden afgehaald.

Ik ga het halen, doelstelling 2013 – CHECK.

Wat ben ik content dat ik het gehaald heb. De voldoening is enorm. Ik voel me niet zo goed, maar dat is nu minder belangrijk. De chip afgeven en op zoek naar cola. De pasta laat ik links liggen. Ondertussen meldt Peter zich, 20 minuutjes na mezelf. Man, man, hij ziet er ook afgepeigerd uit, zijn armen zo rood als tomaten. Langzaamaan bekomen we en genieten we na van de geleverde prestatie. We besluiten dan uiteindelijk naar beneden te rijden. An moet aan de klim begonnen zijn. Zoveel volk dat die berg nog opmoet…pfff. Ambulances hier, puffende mannen en vrouwen daar, iedere schaduwplek is bezet. Te gek voor woorden. Waanzin.

Het is al na 18u15 en we zijn An niet tegen gekomen. Wat is gebeurd? We besluiten af te zakken naar camping Van Gucht. Daar hopen we verhaal te halen en kan Peter nog een douch-ke nemen vooraleer huiswaarts te rijden.

Uiteindelijk blijkt Marc nog vermist te zijn. Die heeft blijkbaar op de Télégraph een stevig klopke gekregen. De dochter heeft gewacht, maar dit heeft extra tijd gekost. Gelukkig komt hij laat alsnog tevoorschijn.

Wat moet er nog geschreven worden?

Dikke proficiat aan Peter. Voor hem was dit geen einddoel maar een intermezzo. Was dit wel zo geweest, had hij een betere tijd gereden. Uiteindelijk speelt dit geen enkele rol meer en is het genieten van deze unieke ervaring. We weten allemaal waartoe hij in staat is. Natuurlijk zal ik met plezier verkondigen: Ik heb Peter geklopt bij de Marmotte (of wat had je gedacht ;-). En die fles Champagne, die drinken we samen uit…

Dikke proficiat aan An. Zij krijgt de eervolle vermelding van “Marmotton”. Voor Alpe d’Huez kwam ze te laat, maar ze heeft wel 2 cols van buiten categorie en 1 van de eerste categorie bedwongen. Wie doet het haar na.

Dikke proficiat aan Marc, de papa van An. Zijn dochter een heel jaar op sleeptouw nemen om haar klaar te stomen voor Marmotte, je moet het maar doen. Hij was zo voorbereid. Helaas zijn er zovele factoren beslissend.

Dikke, dikkere, dikste kus aan mijn echtgenote, zij moet reeds sinds september Marmotte aanhoren: Marmotte, fiets, nog meer fietsen, Marmotte ect. Zonder een steunend vrouwtje, moet  je niet aan de training, deze uitdaging beginnen. Dikke, dikke kus.

Natuurlijk ook ne merci aan mijn coach. Zijn trainingsprogramma heeft gewerkt! Ik heb het rigoureus opgevolgd, en bij bepaalde momenten heeft hij mijn motivatie-snaar bewerkt: onder-gemiddelde wielertoerist…MY ASS! (apologize my language).

Uiteindelijk dus op 10u09 binnen gebold. Door neutralisatie van afdaling Glandon eindig ik op 9u32. Dit is natuurlijk het summum: ZILVER. Van de 10.000 deelnemers zouden er 3 to 4.000 afgevallen zijn (lees, niet de 100% hebben uitgereden). Straffe cyclo me dunkt.

Wat hierna? Ik ga verder. Ik heb er teveel tijd en energie in gestoken om dit zomaar te laten uitdoven. Het was te plezant. We gaan blijven fietsen, blijven trainen…en volgend jaar. Dat zien we dan wel weer. Maar dat het pijn gaat en moet doen:

…dat staat vast!

Prosit…
Ingo”

Wil jij ook je verhaal kwijt ? Graag! Stuur het naar robert@marmottecyclo.nl

12Shares